Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: kaïnsmerk


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Ka·ins·merk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Kaïnsmerk -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het Kaïnsmerko

  1. (religie) symbool waaraan mensen konden zien dat God niet wilde dat zij Kaïn zouden doden
    Uit de tekst van Openbaringen 14:9 wordt traditioneel afgeleid dat dit teken als een schandmerk op Kaïns voorhoofd was gedrukt.
     Als 't Kaïnsmerk staat 't op jouw voorhoofd;
    En schreeuwt het uit, hoe wereldwijs jij
    Den Abel in je ziel gedood hebt!
    [3]
  2. verouderde spelling of vorm van kaïnsmerk tot 2006
     Het Kaïnsmerk van Aran is, zoals we zagen, zijn zwart-zijn.[4]
Synoniemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Kaïnsmerk op website: Etymologiebank.nl
  3.   Weblink bron
    Henrik Ibsen (vert. J. Clant van der Mijll-Piepers)
    “Dramatische Werken: De comedie der liefde; Brand; Peer Gynt” (2022), Good Press,, hfst. Brand V
  4.   Weblink bron “Toneelwerken.” (1975), Van Gorcum, Assen / Amsterdam, ISBN 9023212797, p. 73