Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: kaïnkain


Nederlands

 
1. Beeld van Kaïn gemaakt door H. Vidal  .
Uitspraak
Woordafbreking
  • Ka·in
Woordherkomst en -opbouw

Eigennaam

Kaïn

  1. (religie) oudste zoon van Adam en Eva die uit afgunst zijn broeder Abel doodsloeg
     Het begon al in Genesis 4. Zoon Kaïn werd landbouwer, zoon Abel herder. Opa God trok Abel voor, dus lokte Kaïn hem het veld in en vermoordde hem. Toen opa vroeg waar Abel toch was, zei hij: „Ik weet het niet, ben ik mijn broeders hoeder?”[2]
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Coen van Zwol
    “Niemand wil zo eindigen als Kaïn” (30 oktober 2013) op nrc.nl