Habsburkův

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /ɦapzbʊrkuːf/

Woordafbreking

• Habs·bur·kův

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van de eigennaam Habsburk met het achtervoegsel -ův

Bijvoeglijk naamwoord

Habsburkův

1. Habsburgs, Habsburg zijn; eigendom van Habsburg

Verbuiging

	enkelvoud				meervoud
	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig
	bezield	onbezield			bezield	onbezield
nominatief	Habsburkův		Habsburkova	Habsburkovo	Habsburkovi	Habsburkovy		Habsburkova
genitief	Habsburkova		Habsburkovy	Habsburkova	Habsburkových
datief	Habsburkovu		Habsburkově	Habsburkovu	Habsburkovým
accusatief	Habsburkova	Habsburkův	Habsburkovu	Habsburkovo	Habsburkovy			Habsburkova
vocatief	Habsburkův		Habsburkova	Habsburkovo	Habsburkovi	Habsburkovy		Habsburkova
locatief	Habsburkově / Habsburkovu		Habsburkově	Habsburkově / Habsburkovu	Habsburkových
instrumentalis	Habsburkovým		Habsburkovou	Habsburkovým	Habsburkovými

Verwante begrippen

• habsburský

Verwijzingen

• Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)