Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: angst


  • Angst
  • Komt van het Middelhoogduitse angest, dat zijnerzijds uit het Oudhoogduitse angust (engheid, nauw, nauwheid, beklemming) stamt. Dit woord is verwant met het Oudhoogduitse angi, engi (nauw, eng)

Angst v

  1. een gevoelstoestand die gepaard gaat met benauwdheid, beklemming en opwinding (gezien een gevaar); een onduidelijk gevoel van dreiging.
    «Nur keine Angst
    Wees maar niet bang!
    «Sie waren starr vor Angst
    Ze stonden stijf van de schrik.
    «Er hatte Angst um sein Leben.»
    Hij was bang voor zijn leven.
    «Der Glaube an Gespenster, an böse Geister, anders auch Teufel genannt, ist ja sicherlich älter als der eigentliche Gottesglauben, denn aus der Angst vor bösen, unerklärlichen Mächten ist aller Kultus entstanden.[1]»
    Het geloof in spoken en in kwade geesten, anders ook de duivel genoemd, is zeker ouder dan het eigenlijke godsgeloof, want alle cultus is ontstaan uit de angst voor kwade, onverklaarbare machten.
    «Doch der fühlt sich selbst als Opfer und bestreitet jede Mittäterschaft - wie die meisten der über zwei Millionen ruandischen Hutu, die im Juli 1994 ihr Land aus Angst vor Rachemorden verließen und sich in den Lagern jenseits der Grenzen ihrer Heimat in kollektives Vergessen flüchteten. [...] Zwei Tage lang wagte er es nicht, ein Feuer für seinen Maisbrei zu entfachen, aus Angst, entdeckt zu werden.[2]»
    Maar hij voelt zichzelf slachtoffer en ontkent iedere medeplichtigheid - zoals de meesten van de boven de twee miljoenen ruandische Hoetoes, die in juli 1994 uit vrees voor wraakmoorden hun land hebben verlaten en naar de kampen aan de andere kant van hun vaderland gevlucht zijn in collectieve vergetelheid. [...] Twee dagen lang waagde hij niet een vuurtje voor zijn maïspap te stoken uit vrees om ontdekt te worden.
    «Ich bin fast vor Angst gestorben!»
    Ik ben bijna van angst bezweken!
    «Krieger, das sind auch die jungen Kerle, die in Eilat oder Madrid oder London oder Köln Bomben in U-Bahnen und Vorortzügen platzieren, um Passagiere zu verletzen und zu töten und das Medienpublikum mit Angst und Schrecken zu versorgen.[3]»
    Krijgers, dat zijn ook de jonge kerels, die in Eilat of Madrid of London of Keulen de metro's en treinen met bommen bestoken om passagiers te verwonden, dood te maken en om het mediapubliek van angst en beven te voorzien.
  • In de vaktaal van de psychologie en filosofie wordt vaak onderscheid gemaakt tussen "Angst" als ongemotiveerd, niet objectgerelateerd en "Furcht" als objectgerelateerd; in het algemene taalgebruik bestaat dit onderscheid niet zo duidelijk.