• IPA: /ˈaŋstbaɪ̯sɐ/
  • Angst·bei·ßer

Angstbeißer m

  1. een hond die in angstsituaties bijt
  2. (overdrachtelijk) een persoon die in angstsituaties agressief reageert
    «Die Angstbeißer in der Partei sinnen auf Rache.[1]»
    De angstige en agressieve personen in de partij zinnen op wraak.
  1. Duden, Deutsches Universalwörterbuch, 6e, bewerkte en uitgebreide oplage, Dudenverlag, Mannheim - Leipzig - Wien - Zürich 2006, pagina 144