-voudig
Huidig bestand |
---|
4 |
- -vou·dig
-voudig [2]
- ter vorming van bijvoeglijk naamwoorden afgeleid van een zelfstandig naamwoord: (in hoge mate) de in dat zelfstandig naamwoord genoemde eigenschap hebbend; o.a. in zorgvuldig
- ter vorming van bijvoeglijk naamwoorden uit telwoorden: het door het telwoord genoemde aantal hebbend; o.a. in veelvoudig etc.
- Het woord '-voudig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.