zesvoudig

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  zesvoudig    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• zes·vou·dig

Woordherkomst en -opbouw

• afleiding van zesvoud met het achtervoegsel -ig

	stellend
onverbogen	zesvoudig
verbogen	zesvoudige
partitief	zesvoudigs

Bijvoeglijk naamwoord

zesvoudig

1. voor de zesde keer

   • Dat er een zesvoudig schaatskampioen kan zijn zegt misschien wat over het aantal mensen dat schaatst op wedstrijdniveau. 

Gangbaarheid

• Het woord zesvoudig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zesvoudig" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.