tweevoudig
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: tweevoudig (hulp, bestand)
Woordafbreking
- twee·vou·dig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | |
---|---|
onverbogen | tweevoudig |
verbogen | tweevoudige |
partitief | tweevoudigs |
Bijvoeglijk naamwoord
tweevoudig
- voor de tweede keer
- Voor de tweevoudig wereldkampioen was het een grote teleurstelling dat hij al in de eerste ronde werd uitgeschakeld.
Gangbaarheid
- Het woord tweevoudig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "tweevoudig" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be