• der·tig·vou·dig

afleiding van dertigvoud met het achtervoegsel -ig [1]

stellend
onverbogen dertigvoudig
verbogen dertigvoudige
partitief dertigvoudigs

dertigvoudig [2]

  1. dertig keer; voor de dertigste keer
     De dertigvoudig international speelde destijds voor Genoa, waar zijn contract na het afgelopen seizoen niet werd verlengd.[3]
     Meteen na rust regen de opwindende momenten zich in rap tempo aaneen. Milan Badelj trof eerst met een afstandsschot de dwarsligger van het IJslandse doel en even later kwam de dertigvoudig international precies op tijd aanstormen toen Josip Pivaric over links was opgerukt: 1-0.[4]



  1. dertigvoudig op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3.   Weblink bron “Clubloze Rossi wacht schorsing wegens dopinggebruik” (Dinsdag 25 september 2018, 16:57), NOS
  4.   Weblink bron “Kroatië wint ook slotduel en stuurt IJsland naar huis” (Dinsdag 26 juni 2018, 21:57), NOS