• IPA: /ʃiːr̝̊ka/
  • šíř·ka
  • Afgeleid van het bijwoord šíře met het achtervoegsel -ka

šířka v

  1. breedte; grootte van het object in een bepaalde richting (meestal loodrecht op de grootste afmeting)
  2. breedte; de omvang van een bepaalde hoeveelheid informatie met betrekking tot de aanwezigheid van veel onderwerpen
  1. šíře, tloušťka v
  2. obsáhlost v, obšírnost v, šíře