zuidzijde
- zuid·zij·de
- samenstelling van zuid en zijde
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zuidzijde | zuidzijden zuidzijdes |
verkleinwoord | zuidzijdetje | zuidzijdetjes |
- de zijde die in het zuiden ligt.
- Aan de zuidzijde van het bos bevindt zich een parkeerplaats.
- Het woord zuidzijde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zuidzijde" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be