zuidzij
- zuid·zij
- samenstelling van zuid en zij
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zuidzij | zuidzijden zuidzijdes |
verkleinwoord |
- de zijde die in het zuiden ligt.
- Aan de zuidzij van het bos bevindt zich een parkeerplaats.
- Het woord zuidzij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zuidzij" herkend door:
66 % | van de Nederlanders; |
41 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be