westzijde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- west·zij·de
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van west en zijde
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | westzijde | westzijden westzijdes |
verkleinwoord | westzijdetje | westzijdetjes |
Zelfstandig naamwoord
- de zijde die in het westen ligt.
- Aan de westzijde van het bos bevindt zich een parkeerplaats.
Synoniemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord westzijde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "westzijde" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be