• zicht·re·ke·ning
enkelvoud meervoud
naamwoord zichtrekening zichtrekeningen
verkleinwoord

de zichtrekeningv

  1. (België) (financieel) rekening waarop men geld kan plaatsen dat op elk ogenblik beschikbaar is
  1. betaalrekening
  2. rekening-courant
  3. lopende rekening
58 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be