• zelf·kri·tiek
enkelvoud meervoud
naamwoord zelfkritiek zelfkritieken
verkleinwoord

de zelfkritiekv

  1. (psychologie) beoordeling van het zelf, meestal gericht op dat wat verbeterd zou moeten worden
    • Volgens analyticus en commentator Jan Mulder zou enige zelfkritiek de voetballers niet misstaan.