Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zelf·be·vre·di·ging
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zelfbevrediging zelfbevredigingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zelfbevredigingv

  1. (seksualiteit) seks waarbij iemand zichzelf een orgasme bezorgt
    • Vroeger werd zelfbevrediging gezien als een ernstige zonde. 
Synoniemen
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie