• be·vre·di·ging
enkelvoud meervoud
naamwoord bevrediging bevredigingen
verkleinwoord bevredigingetje
bevrediginkje
bevredigingetjes
bevrediginkjes

de bevredigingv

  1. de beantwoording aan een sterk verlangen
    • De maaltijd was een ware bevrediging. 
     En hij genoot van de bevrediging wanneer hij raak schoot, om de vijand spastisch spartelend te zien sterven, op de grond te zien vallen met wild trappende benen, wat alleen zenuwreflexen waren van iemand die al dood was, ongeveer zoals met een schot door de kop van een antilope.[1]
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]
  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044625691
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be