Nederlands

 
Close-up van de kop van een mannetje
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • zand·ha·ge·dis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zandhagedis zandhagedissen
verkleinwoord zandhagedisje zandhagedisjes

Zelfstandig naamwoord

de zandhagedisv / m

  1. (reptielen) Lacerta agilis   een hagedis uit de familie echte hagedissen (Lacertidae  )
Hyperoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie