Een zandbak met spelende kinderen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zand·bak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zandbak zandbakken
verkleinwoord zandbakje zandbakjes

Zelfstandig naamwoord

de zandbakm

  1. (speelgoed) een bak gevuld met zand om in te spelen
  2. oefenplek voor vele vaardigheden
    • Een politica die haar Haagse biotoop een zandbak noemt, zegt niet hardop dat ze haar collega’s kleuters vindt, maar laat daarover toch geen misverstand bestaan.[1] 
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen