• woerd
  • In de betekenis van ‘mannetjeseend’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1380 [1]
  • In de betekenis van ‘laaggelegen omdijkt land’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 850 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord woerd woerden
verkleinwoord woerdje woerdjes

de woerdm

  1. (eendvogels) het mannetje van een eendensoort
88 % van de Nederlanders;
71 % van de Vlamingen.[2]