wisselvallig
- wis·sel·val·lig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | wisselvallig | wisselvalliger | wisselvalligst |
verbogen | wisselvallige | wisselvalligere | wisselvalligste |
partitief | wisselvalligs | wisselvalligers | - |
wisselvallig
- veranderlijk
- Het meisje met een borderlinestoornis heeft een wisselvallig karakter.
- In de herfst is het vaak wisselvallig weer.
- Het woord wisselvallig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wisselvallig" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ wisselvallig op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be