Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·an·der·lijk
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen veranderlijk veranderlijker veranderlijkst
verbogen veranderlijke veranderlijkere veranderlijkste
partitief veranderlijks veranderlijkers -

Bijvoeglijk naamwoord

veranderlijk

  1. geneigd wijzigingen te ondergaan
    • Bij dit veranderlijke weer moet je op alles voorbereid zijn. 
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be