wielklem
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wiel·klem
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van wiel en klem [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wielklem | wielklemmen |
verkleinwoord | wielklemmetje | wielklemmetjes |
Zelfstandig naamwoord
- (ordehandhaving) toestel waarmee foutief of te lang geparkeerde motorvoertuigen het wegrijden onmogelijk wordt gemaakt
Afgeleide begrippen
Synoniemen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord wielklem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wielklem" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ wielklem op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be