Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • wei·de·beek·juf·fer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord weidebeekjuffer weidebeekjuffers
verkleinwoord weidebeekjuffertje weidebeekjuffertjes

Zelfstandig naamwoord

de weidebeekjufferv

  1. (libellen) Calopteryx splendens   een 45 à 48 mm grote juffer uit de familie van de beekjuffers (Calopterygidae), die in Nederland en België vrij algemeen voorkomt bij stromend water van redelijke kwaliteit. In het westen van Nederland is hij zeldzaam. De soort is over vrijwel heel Europa verspreid. De weidebeekjuffer vliegt van mei tot september, bij voorkeur bij langzaam stromende beken, maar ook bij rivieren en kanalen. Door de vlinderachtige vlucht vormen ze een opvallende verschijning
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie