wegbombarderen/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van wegbombarderen
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		wegbombarderen			weg te bombarderen
	toekomend		zullen wegbombarderen weg zullen bombarderen			te zullen wegbombarderen weg te zullen bombarderen
voltooid	tegenwoordig		hebben weggebombardeerd			te hebben weggebombardeerd
	toekomend		weggebombardeerd zullen hebben			weggebombardeerd te zullen hebben
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	wegbombarderend		weggebombardeerd			ev. bombardeer weg	mv. verouderd bombardeert weg	bombardere weg (bijzin) wegbombardere
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
hoofdzin	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	bombardeer weg	bombardeert weg	bombardeert weg	bombardeert weg	bombardeert weg	bombarderen weg	bombarderen weg	bombarderen weg
verleden (o.v.t.)	bombardeerde weg	bombardeerde weg	bombardeerde weg	bombardeerde weg	bombardeerde weg	bombardeerden weg	bombardeerden weg	bombardeerden weg
toekomend (o.t.t.t.)	zal wegbombarderen	zult/zal wegbombarderen	zult/zal wegbombarderen	zult wegbombarderen	zal wegbombarderen	zullen wegbombarderen	zullen wegbombarderen	zullen wegbombarderen
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou wegbombarderen	zou wegbombarderen	zou(dt) wegbombarderen	zoudt wegbombarderen	zou wegbombarderen	zouden wegbombarderen	zouden wegbombarderen	zouden wegbombarderen
bijzin	.. dat ik	.. dat jij, je	.. dat u	.. dat gij	.. dat hij, zij, het	.. dat wij	.. dat jullie	.. dat zij
tegenwoordig (o.t.t.)	wegbombardeer	wegbombardeert	wegbombardeert	wegbombardeert	wegbombardeert	wegbombarderen	wegbombarderen	wegbombarderen
verleden (o.v.t.)	wegbombardeerde	wegbombardeerde	wegbombardeerde	wegbombardeerde	wegbombardeerde	wegbombardeerden	wegbombardeerden	wegbombardeerden
toekomend (o.t.t.t.)	zal wegbombarderen weg zal bombarderen	zult/zal wegbombarderen weg zult/zal bombarderen	zult/zal wegbombarderen weg zult/zal bombarderen	zult wegbombarderen weg zult bombarderen	zal wegbombarderen weg zal bombarderen	zullen wegbombarderen weg zullen bombarderen	zullen wegbombarderen weg zullen bombarderen	zullen wegbombarderen weg zullen bombarderen
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou wegbombarderen weg zou bombarderen	zou wegbombarderen weg zou bombarderen	zou(dt) wegbombarderen weg zou(dt) bombarderen	zoudt wegbombarderen weg zoudt bombarderen	zou wegbombarderen weg zou bombarderen	zouden wegbombarderen weg zouden bombarderen	zouden wegbombarderen weg zouden bombarderen	zouden wegbombarderen weg zouden bombarderen
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	heb weggebombardeerd	hebt weggebombardeerd	hebt/heeft weggebombardeerd	hebt weggebombardeerd	heeft weggebombardeerd	hebben weggebombardeerd	hebben weggebombardeerd	hebben weggebombardeerd
verleden (v.v.t.)	had weggebombardeerd	had weggebombardeerd	had weggebombardeerd	hadt weggebombardeerd	had weggebombardeerd	hadden weggebombardeerd	hadden weggebombardeerd	hadden weggebombardeerd
toekomend (v.t.t.t.)	zal weggebombardeerd hebben	zal/zult weggebombardeerd hebben	zult/zal weggebombardeerd hebben	zult weggebombardeerd hebben	zal weggebombardeerd hebben	zullen weggebombardeerd hebben	zullen weggebombardeerd hebben	zullen weggebombardeerd hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou weggebombardeerd hebben	zou weggebombardeerd hebben	zou/zoudt weggebombardeerd hebben	zoudt weggebombardeerd hebben	zou weggebombardeerd hebben	zouden weggebombardeerd hebben	zouden weggebombardeerd hebben	zouden weggebombardeerd hebben