weeshuis
- wees·huis
- samenstelling van wees en huis
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | weeshuis | weeshuizen |
verkleinwoord | weeshuisje | weeshuisjes |
het weeshuis o
- een opvanghuis voor wezen
- Het is uiteraard beter voor kinderen om bij hun ouders op te groeien dan in een weeshuis.
- ▸ List woonde vanaf haar zevende jaar, na omzwervingen in weeshuizen, bij Jaap en Marie List op Vlieland. Uiteindelijk nam ze ook hun achternaam aan. Tot haar achttiende verbleef ze op het Waddeneiland, om vervolgens haar geluk te beproeven in Amsterdam, waar ze tot aan haar overlijden op 78-jarige leeftijd woonde.[1]
1. een opvanghuis voor wezen
- Het woord weeshuis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "weeshuis" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron “Voetpad op Vlieland vernoemd naar Liesbeth List” (24 juni 2022), NU.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be