• wed·kamp
enkelvoud meervoud
naamwoord wedkamp wedkampen
verkleinwoord

de wedkampm

  1. een evenement, waarin meerdere partijen trachten een of meer tegenstanders te overwinnen, of trachten te bewijzen dat zij beter zijn in een discipline dan de andere partij of partijen
     De jongsten mochten met allerlei hulpmiddelen over het ijs schuiven, de kinderen van de hogere groepen reden een eigen marathon. Weliswaar een tocht die was aangepast aan hun leeftijd, maar niettemin drie kwartier lang. Met aan het einde van de middag chocolademelk en een extra wedkamp om het schoolkampioenschap.[2]
61 % van de Nederlanders;
62 % van de Vlamingen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Onvervalste ijspret” (07-01-2009), Tubantia
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be