waskom
- was·kom
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | waskom | waskommen |
verkleinwoord |
- ruime schaal waarin water zit dat men kan gebruiken om zich te wassen
- Vervolgens een tussengerecht van mantoe. Dat lijkt een goed moment om die naam te verklaren. Het betekent ten eerste jij-en-ik. Dan is het ook de gastvrije handeling van het aanbieden van een waskom voor de handen met water uit de bijbehorende kan, de Aftaba-lagan. Die zie je ook in het logo van Mantoe afgebeeld. En ten slotte is het een soort van gestoomde dumpling, ook wel op forse dim-sum lijkend, pasta, gevuld met gekruid kalfsvlees en geserveerd met wat rode spliterwten, kruiden, saus en uitgelekte yoghurt, vijf stuks per persoon. Een fors en vorstelijk tussengerecht. En heerlijk[3]
- Maar veel liever las ik bij Cissy van Marxveldt, Top Naeff, en J.B. Schuil de belevenissen van jongens en meisjes uit de vroege 20ste eeuw. Die kregen tenminste niet te kampen met saaie jarenzeventigproblemen als milieuvervuiling, gescheiden ouders of jeugdpuistjes; ze hadden wel wat beters te doen. Vriendschap sluiten met zwarte koningszonen uit de Transvaal bijvoorbeeld. Of op een Britse kostschool advocaat klutsen in de waskom. Of veelbelovend zangeres zijn en dan jong sterven aan tbc. Heerlijk.[4]
- Het woord waskom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "waskom" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ waskom op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Het Parool 6 DECEMBER 2008, 10:30 Mantoe: 9
- ↑ Volkskrant 5 juni 2010 Platte met room
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be