vriendin
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vrien·din
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vriendin | vriendinnen |
verkleinwoord | vriendinnetje | vriendinnetjes |
Zelfstandig naamwoord
vriendin v
- een vrouwelijk persoon met wie je een speciale persoonlijke band hebt
- Mijn vriendinnen komen op mijn verjaardag.
- ▸ Hoewel ik als vader niet veel had kunnen doen, aangezien ze dit proces vooral met haar vriendinnen verwerkte, voelde ik me toch schuldig dat ik er niet voor haar was op dit indrukwekkende moment in haar jonge leven.[1]
- de vrouwelijke persoon met wie je verkering hebt
- Ik wilde mijn vriendin vragen om me te helpen, maar ze was er niet.
- ▸ De PCT te paard doen was volgens hem het idee van zijn vriendin geweest, die echter drie dagen geleden met de noorderzon vertrokken was.[1]
Verwante begrippen
Hyponiemen
- boezemvriendin, ex-vriendin, hartsvriendin, huisvriendin, internetvriendin, jeugdvriendin, penvriendin, schoolvriendin, zielsvriendin
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. een vrouwelijk persoon met wie je een speciale persoonlijke band hebt
2. de vrouwelijke persoon met wie je verkering hebt
Gangbaarheid
- Het woord vriendin staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "vriendin" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ 1,0 1,1 Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Nedersaksisch
Zelfstandig naamwoord
vriendin