Nederlands

 
schoolvriendin
Uitspraak
Woordafbreking
  • school·vrien·din
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schoolvriendin schoolvriendinnen
verkleinwoord schoolvriendinnetje schoolvriendinnetjes

Zelfstandig naamwoord

de schoolvriendinv

  1. een bevriende vrouw waarmee men op school zit of heeft gezeten
     Ze kwam vaak bij een schoolvriendin over de vloer in een huis dat bevolkt werd door personeel van het Brestspoor.[1]
     Xenia uit Moskou is een van die vrouwen. Naast de foto, waar ze in tranen op staat, vertelt ze hoe ze al op jonge leeftijd in aanraking kwam met huiselijk geweld. "Niet in mijn gezin, mijn ouders zijn er altijd op tegen geweest. Maar een schoolvriendin moest samen met haar moeder vluchten voor haar agressieve vader. Na de scheiding schuilden ze bij ons. Hij heeft haar moeder anderhalf jaar achterna gezeten."[2]
Verwante begrippen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. “Dokter Zjivago” (1957), G.A. van Oorschot  , ISBN 9789028261396
  2.   Weblink bron “IDidntWantToDie: Russische Instagrammers strijden tegen huiselijk geweld” (02-08-2019,), NOS