voorsprong
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: voorsprong (hulp, bestand)
- IPA: /'vorsprɔŋ/
Woordafbreking
- voor·sprong
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van voor en sprong
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | voorsprong | voorsprongen |
verkleinwoord | voorsprongetje | voorsprongetjes |
Zelfstandig naamwoord
de voorsprong m
- de mate waarin men verder gevorderd is dan anderen
- Bij aanvang van de Tweede Wereldoorlog had Duitsland een technische voorsprong op velerlei gebied.
Antoniemen
Vertalingen
1. de mate waarin men verder gevorderd is dan anderen
Gangbaarheid
- Het woord voorsprong staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "voorsprong" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be