Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • volks·ge·loof
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord volksgeloof volksgeloven
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

volksgeloof o [2]

  1. (religie) zaken waarvan het gewone volk denkt dat het waar is maar geen deel uitmaakt van een officiële godsdienst
     Boven op de bestaande voortekenen en staaltjes volksgeloof die ze kende, verzon ze uit de losse pols nog talloze van zichzelf.[3]
     De Kilauea is over het algemeen niet erg actief, maar spuwt al sinds 1983 lava. Deskundigen vergelijken de huidige situatie met 1955, toen de vulkaan 88 dagen lang lava spuwde en 400 hectare grond met lava bedekte. Volgens een oud volksgeloof zou de godin Pele in de berg wonen.[4]
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen