Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • volg·zaam·heid
enkelvoud meervoud
naamwoord volgzaamheid
verkleinwoord
Woordherkomst en -opbouw
  • afleiding van volgzaam met het achtervoegsel [[-hei[1]d]][[Categorie:Achtervoegsel -hei[1]d in het Nederlands]]

Zelfstandig naamwoord

de volgzaamheidv

  1. bereidheid om iemand te volgen en te gehoorzamen
     Cameron aarzelde. 'Hij is het gewend dat ik ruzie met hem maak over de collectie,'zei hij, 'maar van u... `... mag hij volgzaamheid verwachten?'Ze veegde de heidetakjes van haar rok, plukte stukjes van haar mouw en keek hem scherp aan. 'Net als altijd.'[2]
     Lee is van mening dat de aanval van de Noord-Koreanen van vorige week een strategische zet is geweest van de Noord-Koreaanse strijdkrachten om hun loyaliteit en volgzaamheid aan de beoogde opvolger van Kim Jong-il, de jonge Kim Jong-un, te tonen.[3]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Main, Sarah
    “Huis van eb en vloed” (2015), A.W. Bruna Uitgevers  , ISBN 9789044974515
  3.   Weblink bron “'Aanval Noord-Korea verbaast me niets'” (30-11-2010), NOS