Nederlands

 
Een vogelbekdier.
Uitspraak
Woordafbreking
  • vo·gel·bek·dier
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vogelbekdier vogelbekdieren
verkleinwoord vogelbekdiertje vogelbekdiertjes

Zelfstandig naamwoord

het vogelbekdiero

  1. (cloacadieren) enige zoogdier met een snavel, Ornithorhynchus anatinus  
Hyperoniemen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen