vluchthaven
- Geluid: vluchthaven (hulp, bestand)
- IPA: / ˈvlʏxthavə(n) / (3 lettergrepen)
- vlucht·ha·ven
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vluchthaven | vluchthavens |
verkleinwoord | vluchthaventje | vluchthaventjes |
- (scheepvaart) beschutte plaats waar een schip veilig voor anker kan gaan
- (oorspronkelijk) haven die veilig is bij slecht weer, zonder dat zij verder veel voorzieningen hoeft te hebben
- De oude haven van Emmeloord bleef na de ontruiming als vluchthaven in gebruik (…). [2]
- (ruimer) veilig voor bedreiging door anderen
- In de achttiende eeuw was St. Eustatius onze belangrijkste handelspost in de Caraïbische Zee. Edmund Burke schatte de handel van St. Eustatius voor 1775 op £ 500.000 jaarlijks, maar in oorlogstijd was deze veel groter; dan vormde het eiland een vluchthaven voor schepen van alle naties. Aan niemand werd ravitaillering of ammunitie geweigerd, ook niet aan de kapers die onder verschillende vlaggen deelnamen aan de Amerikaanse vrijheidsoorlog. [3]
- (oorspronkelijk) haven die veilig is bij slecht weer, zonder dat zij verder veel voorzieningen hoeft te hebben
- (verkeer) uitwijkplaats langs een autoweg of autosnelweg
- De bestuurder voelt een sidderen opkomen, alsof hij dadelijk moet huilen. Hij brengt de auto tot stilstand op een vluchthaven. [4]
- (figuurlijk) veilige omgeving om naar uit te wijken
- Ten zuiden van de Rio Grande regeerde de socialistische president Cardenas, wiens land een vluchthaven werd voor duizenden emigrés uit Duitsland en Spanje, en Eislers huis in Mexico-Stad werd een ontmoetingsplaats voor talrijke oude bekenden uit Europa. [5]
-
1.1 Een vluchthaven aan het Zwarte Water.
-
2. Dit bord markeert een vluchthaven.
- [2] pechhaven
- [3] toevluchtsoord
- Hoewel vlucht een gebruikelijk woord is voor "tocht met een vliegtuig", is het woord voor een groot vliegveld luchthaven.
- Het woord vluchthaven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Stenvert, R. & C. KolmanMonumenten in Nederland. Flevoland. (2006) Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Zeist / Waanders Uitgevers, Zwolle; ISBN 90 400 9179 X; p. 71; geraadpleegd 2018-07-21
- ↑ Jonkers, A."Economische aspecten van de Nederlandse Antillen vroeger en nu" in: De Gids. jrg. 119 deel 2 (augustus/september 1956) P.N. van Kampen & zoon, Amsterdam; p. 235; geraadpleegd 2018-07-21
- ↑ Oosterhoff, T."Overbodig & schadelijk" in: De Revisor. jrg. 8 (2014) De Bezige Bij, Amsterdam; ISBN 978 90 234 9197 2; p. 105; geraadpleegd 2018-07-21
- ↑ Schoots, H.Gevaarlijk leven. Een biografie van Joris Ivens. (1995) Uitgeverij Jan Mets, Amsterdam; ISBN 90 5330 162 3; p. 208; geraadpleegd 2018-07-21