een wak als toevluchtsoord voor vogels
  • toe·vluchts·oord
enkelvoud meervoud
naamwoord toevluchtsoord toevluchtsoorden
verkleinwoord

het toevluchtsoordo

  1. een plaats waar je in tijden van schaarste en bedreiging naar toe kunt gaan
    • Na de storm diende de sporthal als toevluchtsoord voor alle mensen die dakloos waren geworden. 
    • Het ouderlijk huis is ook voor volwassen kinderen nog steeds een toevluchtsoord als ze een warm bed, een hete douche en een warme maaltijd willen hebben.