als een vleeseter
  • vlees·etend
stellend
onverbogen vleesetend
verbogen vleesetende
partitief vleesetends

vleesetend [2]

  1. van een organisme dat het vlees eet
    • De zuurstok-heremietkreeft verschuilt zich onder richels en in holtes van koraalriffen. De kreeft deelt die verstopplek opvallend vaak met murenes, aalvormige en vleesetende vissen. Eén kreeftje werd zelfs óp een murene gefotografeerd. [3] 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]