• vlast·nost
  • Afgeleid van het bijvoeglijke naamwoord vlastní met het achtervoegsel -ost

vlastnost v

  1. eigenschap; een gegeven karakteristiek die eigen is aan een ding of verschijnsel
    «Normovanými zkušebními metodami se prověřují fyzikální a chemické vlastnosti izolačních materiálů.»
    Met genormeerde testmethoden worden de fysicale en chemische eigenschappen van isolatiematerialen beproeft.
  2. eigenschap; een gegeven karakteristiek die eigen is aan het gedrag van een mens
    «Manželka i já máme v sobě mnoho kladných i záporných vlastností
    Mijn echtgenote en ik hebben veel positieve en negatieve eigenschappen.
  1. atribut monbezield, rys monbezield, kvalita v, příznak monbezield
  2. rys monbezield, kvalita v, atribut monbezield, příznak monbezield