vilthoed
- vilt·hoed
- samenstelling van vilt en hoed
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vilthoed | vilthoeden |
verkleinwoord | vilthoedje | vilthoedjes |
de vilthoed m
- (hoofddeksel) een vilten hoed
1. hoed
- Het woord vilthoed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vilthoed" herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be