vilt
- vilt
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vilt | vilten |
verkleinwoord | viltje | viltjes |
het vilt o
- viltachtig, vilten, viltganzerik, vilthoed, viltig, viltkruid, viltpapier, viltpen, viltroos, viltstift, viltzegge
door langdurig bewerken verdichte wol
vervoeging van |
---|
villen |
vilt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van villen
- Jij vilt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van villen
- Hij vilt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van villen
- Vilt!
vervoeging van |
---|
vilten |
vilt
- Het woord vilt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vilt" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "vilt" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ vilt op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be