vetplantenfamilie
- (IPA in voorbereiding)
- vet·plan·ten·fa·mi·lie
- samenstelling van vetplanten zn en familie zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vetplantenfamilie | vetplantenfamilies |
verkleinwoord | vetplantenfamilietje | vetplantenfamilietjes |
de vetplantenfamilie v
- (bloemplanten) een familie Crassulaceae van tweezaadlobbige kruiden en heesters. Het zijn succulenten, die water opslaan in hun dikke bladeren en zo met weinig concurrenten in droge omstandigheden kunnen overleven. De familie komt wereldwijd voor, maar het meest op het noordelijk halfrond en zuidelijk Afrika, vaak op droge en/of koude plaatsen waar water schaars kan zijn
- kalanchoë, steenbreek, vetkruid
- beklierde huislook, berghuislook, gewone huislook, hemelsleutel, mosbloempje, muurnavel, rozewortel, spinnenwebhuislook, watercrassula
- Het woord 'vetplantenfamilie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [1] vetplantenfamilie in het Nederlands Soortenregister N
- [1] vetplantenfamilie op Wikidata