steenbreek
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: steenbreek (hulp, bestand)
Woordafbreking
- steen·breek
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘plant’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1226 [1]
- samenstelling van steen zn en breek ww [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | steenbreek | steenbreken |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (plantkunde) Saxifraga geslacht van bergplanten die vooral op kalkrijke grond groeien en waarvan de wortels in staat zouden zijn steen te breken
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord steenbreek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ "steenbreek" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ steenbreek op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).