verzekeringsbedrijf

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  verzekeringsbedrijf    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ver·ze·ke·rings·be·drijf

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  verzekering  en  bedrijf  met het invoegsel -s- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	verzekeringsbedrijf	verzekeringsbedrijven
verkleinwoord	verzekeringsbedrijfje	verzekeringsbedrijfjes

Zelfstandig naamwoord

het verzekeringsbedrijf o

1. (economie) een bedrijf dat verzekeringen aanbiedt

   • Volgens de Wet op het financieel toezicht (Wft) is een verzekeringsbedrijf een schadeverzekeraar, een natura-uitvaartverzekeraar of een levensverzekeraar. 

Synoniemen

• verzekeraar, verzekeringsmaatschappij

Verwante begrippen

• schadeverzekeraar, levensverzekeraar, uitvaartverzekeraar

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

• Het woord verzekeringsbedrijf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.