levensverzekeraar
- le·vens·ver·ze·ke·raar
- samenstelling van leven en verzekeraar met het invoegsel -s- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | levensverzekeraar | levensverzekeraars |
verkleinwoord | levensverzekeraartje | levensverzekeraartjes |
de levensverzekeraar m
- (economie) bedrijf waarbij men een levensverzekering kan afsluiten
- Acht van de tien grootste levensverzekeraars die actief zijn in Nederland investeren in totaal 6,8 miljard euro in vijftien wapenhandelaren die leveren aan dictaturen en corrupte landen.[2]
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord levensverzekeraar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.