• ver·za·mel·bak
enkelvoud meervoud
naamwoord verzamelbak verzamelbakken
verkleinwoord - -

de verzamelbakm

  1. bodem met opstaande randen waarin voorwerpen of materialen bij elkaar worden gebracht
     „Je wilt dat Rotterdammers hun afval zoveel mogelijk gescheiden aanleveren. Dan is de verwerking ervan namelijk veel goedkoper.” Een grote verzamelbak voor afval werkt dat tegen, zegt hij. “Iedereen gooit alles daarin.”[2]
     Deze munt wordt bovenin het mechaniek geworpen. De munt valt op een hefboom en door de zwaarte van het metaal zal deze omlaagbewegen en vrij baan geven aan een straal water. Op het laagste punt glijdt de munt in een verzamelbak.[3]
  2. (figuurlijk) (pejoratief) uiteenlopende zaken die op een ongeordende manier bij elkaar zijn geraakt
     Van PMD laat blik zich goed sorteren. Hetzelfde geldt voor drinkverpakkingen, maar de grootste categorie huishoudelijk afval is een verzamelbak van kunststof verpakkingsmaterialen. Naar schatting 60 procent bestaat uit een allegaartje van zachte kunststof verpakkingsmaterialen: een vervuild, plastic samenraapsel dat zich moeilijk laat sorteren en waar de industrie weinig mee kan.[4]
     Een echt lettertype is het niet. Het is meer een verzamelbak van handschriften dat veel op elkaar lijken; een stijl.[5]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Lucette Mascini
    “Overal slingeren zakken, matrassen en troep in Rotterdam” (12 januari 2018) op nrc.nl  
  3.   Weblink bron
    Herbertus Petrusblancus
    “Wijwaterautomaat” (24 december 2010) op nrc.nl  
  4.   Weblink bron
    Hugo Bellaart
    “Plastic afval maakt stinkende wonden” (25 februari 2019) op nrc.nl  
  5.   Weblink bron
    Marissa van Loon
    “Dit is waarom stripboeken hetzelfde lettertype hebben” (4 september 2016) op nrc.nl