• ver·vui·ling
enkelvoud meervoud
naamwoord vervuiling vervuilingen
verkleinwoord vervuilinkje vervuilinkjes

de vervuilingv

  1. sterke verontreiniging
    • b.v. het terechtkomen van onnatuurlijke, schadelijke of giftige stoffen in het milieu 
    • Dat milieuvervuiling een probleem is, werd rond 1970 algemeen bekend. 
     Vandaag wordt bij verschillende Nederlandse vliegvelden gedemonstreerd door mensen die vinden dat de overlast en de vervuiling door de luchtvaart de spuigaten uit loopt.[1]
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]
  1.   Weblink bron
    Judith van de Hulsbeek
    “Omwonenden: Schiphol kan 100 bestemmingen missen” (14 mei 2022), NOS
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be