Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • net·ver·vui·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord netvervuiling -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de netvervuilingv

  1. (elektrotechniek) het aanwezig zijn van spanningspieken op een lichtnet (die daar niet thuishoren)
  2. (media) (telecommunicatie) handeling op bv. telefoonnetwerken en televisienetwerken die in strijd is met het oorspronkelijke doel van dit netwerk

Gangbaarheid