netvervuiling
- net·ver·vui·ling
- samenstelling van net en vervuiling
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | netvervuiling | - |
verkleinwoord | - | - |
de netvervuiling v
- (elektrotechniek) het aanwezig zijn van spanningspieken op een lichtnet (die daar niet thuishoren)
- (media) (telecommunicatie) handeling op bv. telefoonnetwerken en televisienetwerken die in strijd is met het oorspronkelijke doel van dit netwerk
- Het woord 'netvervuiling' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.