vervuilen
- ver·vui·len
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vervuilen |
vervuilde |
vervuild |
zwak -d | volledig |
vervuilen
- overgankelijk bezoedelen met verontreinigingen
- Het overmatig gebruik van kunstmest vervuilde het oppervlaktewater.
- ergatief het proces van ophoping van gifstoffen
- Dat meer is in de laatste tien jaar erg vervuild.
1. bezoedelen met verontreinigingen
- Het woord vervuilen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vervuilen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be