vertreksein voor de fietsslaaptrein naar Frankrijk
  • ver·trek·sein
enkelvoud meervoud
naamwoord vertreksein vertrekseinen
verkleinwoord

het vertrekseino

  1. signaal dat aangeeft dat men kan of moet vertrekken
    • Hij verliest zijn evenwicht, rent als vanzelf nog een paar meter door en stuit dan op het lichaam van de oude Grisonnier, wiens onverwachte dood het vertreksein was geweest voor deze laatste slachtpartij. [2] 
    • In 2008 was het de eerste keer dat het olijke gezelschap met de eigen bus een eindtoernooi bezocht. Vorige week donderdagavond klonk in Eibergen bij het bandencentrum van Henk Vermeulen, een van de tien ‘Bofkonten’, het vertreksein voor de vijftig uur durende rit naar Charkov. [3] 


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Lemaitre, Pierre
    "Tot ziens daarboven" 2014 ISBN 9789401601931 pagina 19
  3. Tubantia 21-06-12 50 uur onderweg naar Charkov