verlokking
- Geluid: verlokking (hulp, bestand)
- ver·lok·king
- naamwoord van handeling van verlokken met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verlokking | verlokkingen |
verkleinwoord |
de verlokking v
- iets wat heel aantrekkelijk is, maar verkeerd en zondig is
- Extra pijnlijk moment voor Yuri van Gelder. In zijn interview dit jaar in de Verhoorwagen van Bureau Rio doet de van de Spelen verbannen turner een opmerkelijke belofte. Namelijk dat hij niet uit de band zal springen in Rio, de stad met 1001 verlokkingen.[1]
- Niemand blijkt ongevoelig voor de verlokkingen van roem, ja ja.[2]
- Er volgt een lange stilte. „Ik doorzag de valse verlokking van mijn suïcidale gedachten. Ik realiseerde me dat ik niet depressief was, maar een depressie had - een wezenlijk verschil.” Die ‘nuance’ probeert hij ook aan zijn patiënten over te brengen: vereenzelvig je niet met je huidige toestand. Dat is niet wat je bent.”[3]
- iets wat veel aantrekkingskracht uitoefent en wat goed is
- [1] verleiding, verzoeking, bekoring, temptatie, aanvechting
- [2] aanlokkelijkheid, aantrekkelijkheid, verleidelijkheid, bekoorlijkheid
1. iets wat heel aantrekkelijk is, maar verkeerd en zondig is
- Het woord verlokking staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.